Op geestige, indringende en ontroerende manier inventariseren Adelheid Roosen en George Groot hun decennialang durende vriendschap. Begonnen als leerling-leraar is hun relatie doorgegroeid naar die van hartsvrienden.

Hetty, de moeder van Adelheid, kreeg Alzheimer. Dat heeft in haar dochter een onbeschrijfelijke ruimte teweeggebracht. Zij moet daar met Groot over spreken. George Groot heeft na de dood van zijn vrouw Ank, zijn horizon verbreed. Hij moet daar met Roosen over spreken. Hun onbegrensde openhartigheid gekoppeld aan meesterschap over hun taalgebruik zorgt voor een hartverscheurende confrontatie over de licht- en schaduwkanten van ons bestaan.