home
>
en
>
en een kleine jongen zal ze hoeden (jesaja 11:7)
>
synopsis
In dit stuk begeven Boutkan, De Graaf en Jongewaard zich op terreinen van opvoeding, religie en bevrijding. In het eerste deel van het stuk wordt een kind door zijn familie vertrouwd gemaakt met de wetten en de regels van het leven – een druk zo zwaar dat het eronder dreigt te bezwijken. Door de haast rituele vorm die deze leerfase aanneemt, wordt de associatie met een doopdienst gewekt. Vervolgens voert het kind dat inmiddels ouder is geworden en dat dus neigt naar opstandigheid, een uitvoerig twistgesprek met zijn vader – door dit debat ontdekt het de morele zwakten die schuilgaan achter een façade van gezag. In het derde deel ten slotte bevrijdt de jongen die nu een man geworden is zich op radicale wijze van al diegene uit zijn verleden die van hem juist dank en genegenheid hadden verwacht. Liefde is dodelijk: zoals de jongen haast stikte onder alles wat zijn familie hem mee wilde geven, zo kan hij zijn dankbaarheid en zijn affectie slechts laten blijken door diezelfde familie het leven te benemen.