home
>
Anton Tsjechov
>
biografie
Anton Pavlovitsj Tsjechov werd geboren in Taganrog, een havenstad in Zuid-Rusland, als derde zoon van een kruidenier. In 1876 vlucht zijn vader voor schuldeisers naar Moskou. Anton blijft in Taganrog om er het gymnasium af te maken. Drie jaar later, in 1879, voegt de jonge Tsjechov zich bij zijn familie in Moskou en begint zijn studie medicijnen. In 1884 studeert hij af als arts en begint een eigen praktijk, die hij echter twee jaar later alweer sluit om zich volledig aan het schrijven te wijden. Tijdens zijn studie en later in beginjaren als arts komt Tsjechov in contact met allerlei menselijke ellende, ziekte en dood, ervaringen die zijn kennis van de menselijke psyche verrijkten.
In 1890 reist Tsjechov naar het verbanningseiland Sachalin, waar zich een strafkolonie bevindt. Een jaar later zet Tsjechov een hulpverleningsactie op poten voor boeren om de hongersnood tegen te gaan. Ook zet Tsjechov zich in bij de bestrijding van een cholera-epidemie (1892). In 1897 openbaart zich tuberculose. Tsjechov koopt een landgoed bij Jalta op de Krim (1898), waar hij onder andere Leo Tolstoj en Maxim Gorki ontmoet.
Tsjechov trouwt in 1901 met de succesvolle Russische actrice Olga Knipper, die eerder ook al in zijn eigen stukken acteerde (Oom Vanja, De Drie Zusters).
In 1903 gaat zijn gezondheidstoestand snel achteruit. Hij schrijft nog maar weinig, alleen De Kersentuin weet hij nog af te ronden. In 1904 vertrekt hij naar het Duitse kuuroord Badenweiler waar hij overlijdt aan de gevolgen van gevorderde tuberculose. Een week later komt het stoffelijk overschot in Moskou aan. Tijdens de reis bevindt de kist zich in een goederenwagon waarop geschreven staat Verse Oesters. Tsjechov ligt begraven op de bij het Novodevitsji-klooster behorende Novodevitsji-begraafplaats.
Tsjechov mag ook tot de grootste Russische dramaturgen worden gerekend. Zijn werk wordt wereldwijd nog steeds met grote regelmaat op de planken gebracht. In het begin van de jaren 80 van de 19e eeuw schreef Tsjechov al diverse eenakters en in 1887 gaat zijn eerste serieuze toneelstuk Ivanov in première. Het volgende toneelstuk, De Bosgeest, dat in 1889 in première gaat, wordt echter een mislukking. De Peterburgse première van het toneelstuk De Meeuw wordt eveneens een fiasco en Tsjechov neemt zich even voor nooit meer een toneelstuk te schrijven. Nadat De Meeuw echter door het Moskouse kunsttheater op de planken wordt gebracht komt het grote succes. Met Oom Vanja (1899) (met Olga Knipper als Yelena) en De drie zusters (1901) is zijn naam als toneelschrijver definitief gevestigd. Op zijn sterfbed rondt hij nog De Kersentuin (1904) af.
Tsjechov stond met zijn toneelwerken aan de basis van het psychologisch realisme en schiep het zogenaamde 'stemmingstheater': personages die zich doorheen het hele stuk proberen te ontworstelen aan hun uitzichtloze of saaie situatie. Hij had kritiek op de parasiterende burgerij en sympathie voor de gewone man, en werd later door de eerste communistische machthebbers als voorbode van de revolutie beschouwd (onder Stalin verdween hij echter langzaam in de ban).
(bron: Wikipedia)