Gerardjan Rijnders werd op 2 juni 1949 geboren in Delft. Na zijn middelbare school ging hij in Amsterdam naar de regie-opleiding aan de Toneelschool en tegelijkertijd studeerde hij Rechten aan de Universiteit van Amsterdam. Beide opleidingen heeft hij afgerond. Op de regie-opleiding werd hij begeleid door Leonard Frank, bij wiens toneelgroep Baal hij in 1974 debuteerde als professioneel regisseur. Hiervoor, na zijn eindexamen in 1973, werkte hij als regie-assistent van Fritz Marquardt, die uitgenodigd was om Penthesilea van Heinrich von Kleist voor de Toneelraad Rotterdam te regisseren. Werken met Marquardt betekende voor Gerardjan Rijnders het vak voor negentig procent leren.
In 1975 werd Rijnders samen met vier andere regisseurs gevraagd om te regisseren bij een nieuwe toneelgroep F Act op, een groep waar jonge regisseurs een kans kregen om professioneel theater te maken, een initiatief van de toenmalige Rotterdamse Toneelraad. In het eerste jaar regisseerde Rijnders een eigen bewerking van Sofokles’ Antigone. In het jaar daarop speelde hij de titelrol in Schreber dat hij samen met Mia Meijer schreef en dat werd geregisseerd door Paul Vermeulen Windsant.
Na regies bij De Nieuwe Komedie (Voor niks gaat de Zon op) en bij het Projekttheater van Frans Strijards (Transsiberië Expres van Copi en zijn eigen stuk Dollie of Avocado’s bij de Lunch) werd hij in 1977, tijdens het werken Sternheims Burger Schippel voor toneelgroep Globe, gevraagd om samen met regisseurs Paul Vermeulen Windsant en Ulrich Greiff de leiding van dit gezelschap over te nemen. Onder zijn artistiek leiderschap (tot 1985) werd Globe een van de spraakmakendste gezelschappen van Nederland.
De volgende twee jaar regisseerde hij voornamelijk voor het Publiekstheater en de Toneelschuur.
Van 1987 tot 2000 was hij artistiek leider van een nieuw gezelschap, Toneelgroep Amsterdam, dat is ontstaan uit een samengaan van het Publiekstheater en toneelgroep Centrum. Dit nieuwe gezelschap staat inmiddels bekend om haar producties van zowel klassiek als modern repertoire, meestal van een artistiek hoog niveau en dikwijls spraakmakend, niet in de laatste plaats door de zogenaamde montagevoorstellingen van Gerardjan Rijnders zelf. In 1996 regisseerde hij bij het Deutsches Theater (Berlijn) zijn eigen stuk Moffenblues; en in januari 1998 bij Schauspiel Bonn Malstrom, de opvolger van Licht; in november 1998 heeft hij bij het Deutsches Theater Penthesilea geregisseerd.
Naast regisseur (en tv-regisseur) is Rijnders ook auteur (met meer dan dertig titels op zijn naam) en soms ook acteur. Sinds 2000 is Rijnders free lance theatermaker en werkt(e) hij bij o.a Toneelgroep Amsterdam, Het Nationale Toneel, Het Zuidelijk Toneel, Het Rotheater, Het Zuidelijk Toneel, De Mug met de Gouden tand/VPRO, ToneelgroepDe Appel, Suver Nuver ,Carver, Wunderbaum, De Warme Winkel en Dood Paard.
AWARDS
Albert van Dalsumprijs 1977 voor Schreber
Albert van Dalsumprijs 1988 voor zijn aandeel in de totstandkoming van drie nieuwe Nederlandse stukken bij Toneelgroep Amsterdam (Bakeliet, De Caracal en De Hoeksteen)
De Theaterfestival Prijs in 2000 voor De Cid
De Hendrik de Vries prijs, 2001, voor zijn gehele oeuvre.
De Prins Bernhard Cultuurfonds Theater Prijs, 2003, voor zijn gehele oeuvre