home
>
Sam Gold
>
biografie
Sinds enkele jaren geldt Sam Gold als one of the hottest directors in New York, de stad waar hij in 1978 werd geboren. Hij volgde de regieopleiding aan de beroemde Juilliard School. In zijn beginjaren was hij ook als acteur actief. Hij werkt zowel op Broadway als in het Off-Broadway circuit. Gold bouwde zijn carrière op samenwerkingen met jonge, opkomende schrijvers. De reden: ‘Ik vind het geweldig om te kunnen werken met schrijvers terwijl hun stuk nog in ontwikkeling is. Het is erg opwindend om mee aan het begin van het proces te staan. Als echt alles nog moet worden vormgegeven.’ De laatste jaren regisseert hij ook klassieke stukken, onder andere Look Back in Anger van John Osborne en Tsjechovs Oom Wanja. Gold: ‘Als ik een klassieker regisseer, ben ik niet erg geïnteresseerd in het terughalen van de context waarin die stukken oorspronkelijk werden opgevoerd. Dat komt door mijn ervaring met nieuwe stukken. Ik werk voor het publiek dat vandaag in de zaal zit. De uitdaging is om oude stukken interessant te maken voor nieuw publiek.’
Zijn regieaanpak vat hij zelf samen als minimalistisch. Hij won een Obie Award voor de beste Off-Broadway regie voor Circle Mirror Transformation van de jonge Amerikaanse toneelschrijfster Annie Baker. Zijn debuut op Broadway maakte Gold in 2011 met Seminar van Theresa Rebeck. Voor het Roundabout Theatre regisseerde hij in 2014 de Hollywoodsterren Ewan McGregor en Maggie Gyllenhall in The Real Thing van Tom Stoppard. De musical Fun Home die hij voor het Public Theater maakte werd met prijzen overladen en staat nu op Broadway. Sam Gold is resident director bij de Roundabout Theatre Company. Met zijn enscenering van Glazen speelgoed – het stuk stond al een tijd op zijn verlanglijstje – gaat hij voor het eerst buiten de Verenigde Staten aan de slag.
Sam Gold over Glazen speelgoed
‘Ik was een tiener toen ik Glazen speelgoed voor het eerst zag. Ik herkende me toen erg in Tom. In zijn zoektocht naar identiteit en vrijheid. In zijn verlangen naar een leven in poëzie. In de gevangenis waarin hij zich bevond. Ik herkende in hem de angsten én dromen van iedere jonge Amerikaanse man. Het stuk sprak mij rechtstreeks aan. Nu ik het twintig jaar later opnieuw lees, ben ik de vader van een dochter en is het voor mij niet meer zozeer het stuk van Tom, als wel van Amanda die ik niet meer zie als de wat komische, bazige moeder. Het verrast me dat ik me nu met háár identificeer, met haar gekwelde liefde voor haar kinderen.
Mijn band met het stuk is nog even groot als vroeger, maar hij is heel anders. Indertijd voelde ik me sterk aangesproken door de poëtische taal en de vernuftige vorm. Maar ik zie nu dat het net zo goed een erg naturalistisch stuk is. Met een grote subtiliteit en oog voor detail richt het de blik op een gezin in het St. Louis van de late jaren dertig. Mij interesseert het om tegelijk de poëtische taal én de banaliteit van de omgeving te onderzoeken. Ik kijk er erg naar uit om deze fragiele, onvervaarde en schroeiende autobiografische kijk van een kunstenaar op zijn eigen leven en gezin op het toneel te brengen.’