home
>
voorstellingen
>
boven het dal
première 25 nov 1992
Dokter: ‘wat denkt u?’ Hoe wanhopig ik niet boven die bedjes kan staan. Machteloos! Terwijl er gesmeekt wordt om een sprankje hoop. En gelooft u mij. Niemand leeft harder, en meer, en totaler dan een stervende. Niemand voelt zichzelf meer dan een stervende. Het meest levende dat ik ken is de doodsstrijd. Wist u dat? Ja! Zo is het nu eenmaal. Wat doe je eraan? Daar sta je dan.
Moniek Kramer schreef Boven het dal deze titel is geen verwijzing naar Nescio in opdracht van TA, na haar succesvolle serie lunchvoorstellingen een tot nog toe onvervuld verlangen 1, 2 en 3.
In dit nieuwe stuk brengt zij een groep mensen bij elkaar, hoog op een berg. De rest van de wereld lijkt niet meer te bestaan; zij zijn op elkaar aangewezen. Ieder voor zich probeert zijn aanwezigheid en zijn unieke positie als individu in de groep betekenis te geven. Maar over de betekenis valt zeker te twisten. Want was men voorbestemd elkaar op deze manier te ontmoeten? Komt het door een willekeurige speling van het lot? Is men bij elkaar uit vrije wil, of is het misschien een straf?
De opdringerige aanwezigheid van ziekte en dood maakt deze vragen des te prangender, en zorgt voor een scala van emotionele korstsluitingen.
Met een lichte impressionistische toets voert Moniek Kramer haar groep personages van wanhoop naar euforie, van hoestbui naar huilbui en van filosofische verhandeling naar dronkenschap. En ten slotte volgt een bonte avond waarop iedereen zich van zijn meest verrassende kant zal laten zien.