home
>
voorstellingen
>
de val van mussolini
première 31 mei 1995
In deze Holland Festival-produktie, een co-produktie van Toneelgroep Amsterdam en Hollandia, liet Raaijmakers een jongensdroom in vervulling gaan. Die tamelijk ingewikkelde droom begint met zijn fascinatie voor Laurel & Hardy en dan met name voor de film Night Owls waarin het duo op de vlucht slaat na een mislukte inbraak. De letterlijke val van dit komisch duo verbindt Raaijmakers met de val van Mussolini, die aan het einde van de oorlog werd doodgeschoten en omgekeerd opgehangen aan het dak van een benzinestation in Milaan.
Geïsoleerde scènes, die hun schoonheid vooral ontlenen aan de eenvoud, redden het stuk nog enigszins. Een voorbeeld is het verhoor van Mussolini. Dat gebeurt in duplo op in uitersten van de zaal opgestelde, verrijdbare podia. Daarop heel kaal, slechts een tafeltje en twee personen: de ondervrager en Mussolini. Een schijnwerper belicht de taferelen afwisselend. Er wordt weinig meer gezegd dan 'ik heb het koud' en 'waar is mijn jas'. Erg fraai is ook de 'rede' van Mussolini, door Robijn Wendelaar.
Het (anti)muziektheaterstuk eindigt met een Mexicaanse scène, die er bij de haren lijkt bijgesleept. Met 'vallen' heeft het niets te maken, of het zou de doodsverachting moeten zijn, waarmee Mexicanen zich door het leven begeven. Er klinkt Mexicaanse muziek en er zijn kleurrijke, Mexicaans ogende carnavalspoppen te zien. Er is een lasershow die niet in de schaduw kan staan van die van discotheken in de provincie, en er knallen rotjes.