home
>
voorstellingen
>
liesje uit leefbron
Het tweede stuk van Von Kleist dat Toneelgroep Amsterdam in seizoen 91-92 speelt is een bewerking van Das Katschen vol Heilbron, de tegenhanger van Penthesilea, tot Liesje uit Leefbron; het zal door een twaalftal jongeren tussen de vijftien en de twintig gespeeld worden.
Von Kleist noemde Katchen de keerzijde van de Amazonenkoningin, haar tegenpool, een wezen dat net zo machtig is door overgave, als Penthesilea door handelen. Penthesilea vecht, Kathchen droomt. Penthesilea verscheurt, Kathchen redt. Kathchen gelooft onvoorwaardelijk in een eens gedroomde liefdesdroom en trekt daar, net zo compromisloos als Penthesilea haar consequenties uit. Het stuk speelt in een romantische verbeelding van de middeleeuwen en wordt gepresenteerd als een ridderspel. Liesje, dochter van de smid in het stadje Leefbron, volgt blind een ridder die in haar vaders werkplaats zijn harnas laat repareren. Zij volgt hem letterlijk als een hond, slaapt op zijn drempel en als ze eruit wordt gegooid onder een struik buiten zijn kasteel. Een ongemakkelijke positie voor een ridder, een graaf, die bovendien verloofd is met een rijke jonkvrouw.
Hoe Liesje uiteindelijk de enige, ware liefde blijkt te zijn van haar uitverkoren ridder, hoe diens verloofde als bedrieglijke heks ontmaskerd en hoe Liesje zelf de dochter van de keizer blijkt te zijn; Von Kleist toont het allemaal op een lichte, sprookjesachtige manier, zonder een millimeter te wijken van zijn enige, grote thema: het probleem van de onvoorwaardelijke, allesomvattende, onmogelijke liefde.