home
>
voorstellingen
>
richard 3
>
synopsis
Wat doet een krijger die te lelijk is om in vredestijd een vrouw te veroveren en te slim is om zich daarbij neer te leggen. Hij brengt alles in stelling om een nieuwe oorlog te ontketenen. Richard III is zo’n krijger. Getergd door een mismaakt uiterlijk zoekt hij elders genoegdoening. Hij voedt zich met vechten, laaft zich aan scherpzinnige strategieën en meet zich met de machtigen. Oorlog is zijn levensader, vrede betekent voor hem zoveel als de dood.
Zeven jaar geleden regisseerde Gerardjan Rijnders Hamlet toen nog bij Het Publiekstheater. Een jaar later werd hij artistiek leider van Toneelgroep Amsterdam. Richard III dat Rijnders dit seizoen zal regisseren-ook met Pierre Bokma in de titelrol- is een vervolg op Hamlet. In beide stukken figureert de gewetenloze diplomatie van het politiek bedrijf. Hamlet wil het verval en de corruptie aan het Deense Hof ontmaskeren, terwijl Richard juist alles in het werk stelt om zijn corrupte en gewelddadige houding te maskeren.
Richard is een schurk, maar wel een aantrekkelijke schurk. Hij weet iedereen met zijn welbespraaktheid in te palmen. In het politieke spel maakt hij gretig gebruik van de geruchtenmachine en als weergaloze redenaar lukt het hem de wreedheden die hij bedrijft goed te praten. Zelfs Lady Anne, de weduwe van een van zijn oorlogsslachtoffers is niet bestand tegen zijn charmes.
Richard is amoreel, hij moordt als het hem zo uitkomt. De ene moord lokt de volgende uit. Met een zekere wellust trekt hij een spoor van vernietiging door zijn land, dat toen in de greep was van de zogenaamde Rozenoorlogen: de strijd om de Engelse troon tussen twee adellijke families. Twijfels kent Richard niet en naar de oorzaak van zijn wrede inborst kunnen wij slechts gissen. Is het zijn mismaakte uiterlijk dat hem tot machtswellust drijft, of is het een aangeboren neiging tot kwaad die niet te benoemen valt?
Pas als zijn ondergang nadert, komen er barsten in Richards pantser. Zijn wanhoopskreet ‘een paard, een paard, mijn wereld voor een paard’ klinkt als een echo op uit een smeulende puinhopen van zijn leven. Daar ontmoet hij zichzelf in een peilloos diepe.