Timon van Athene is een betrekkelijk onbekend stuk van Shakespeare. Lange tijd was het omstreden of het wel tot zijn werk gerekend moest worden.

Timon is de rijkste man van Athene. Hij is een onuitputtelijke bron van vrijgevigheid en edelmoedigheid. Geen mens in nood klopt vergeefs bij hem aan om hulp; zijn feesten en partijen getuigen van een tomeloze gastvrijheid. Dan blijkt dat de rijdommen toch niet onuitputtelijk waren: Timon verkeert in acute geldnood. Nu kan hij op zijn beurt een beroep doen op zijn vrienden, maar dat pakt niet goed uit. Niemand is bereid of in staat om Timon te helpen. Deze omslag in zijn situatie brengt bij Timon een nog grotere omslag teweeg. Vanaf dat moment haat hij alle mensen, hij verlaat Athene en trekt zich terug in de bossen. De ironie van het lot wil dat hij daar bij toeval nieuwe rijkdommen vindt. Hij wil zijn nieuwe goud gebruiken om Athene, dat hem zo slecht behandeld heeft, te verwoesten. Een weg terug naar zijn oude leven is er niet meer.